Misschien mocht ik voor...? Namen waren niet mijn sterkste punt. Oja, Vincent. Goed, voor Vincent mocht ik misschien lucht zijn, voor mij was hij dat niet. Duidelijk had hij er niets op tegen dat ik hier was. Toch niet zo ver ik merkte, maar het stoorde me op één of andere manier als ik alleen wou zijn dat er mensen waren. Uiteraard moest ik toegeven dat hij niet lelijk was. Voor mij kwam hij als mysterieus over. Niet dat ik echt wat achter wou zoeken. Hij leefde duidelijk zijn eigen wereldje. Zijn aura had iets hemels blauw wat ik niet onderverdeelde bij verdriet, maar eerder bij dagdromen. Het was prachtig blauw met hier en daar een witte wolk in. Uiteindelijk liet ik meer liggen op de rotsen. Armen uitgestrekt langs me, ogen gericht naar de lucht. Werkelijk leek het alsof ik kon vliegen.